top of page

De literaire broeikas van Beersel

Op een ijskoude winterdag, beklim ik het kasseien heuveltje dat van het station van Beersel naar het Huis van Herman Teirlinck leidt. Het literaire huis (dat sinds januari ook lid is van de kerngroep van het OLO) en haar uitzicht op de Zennevallei doemt op vanuit de mist, en meteen snap ik waarom Sigrid Bousset en Hugo De Greef besloten om van dit huis een residentie- en creatieplek te maken voor schrijvende kunstenaars. Ik word ontvangen door Rozemarijn van Kalmthout, coördinator van het Huis, en even later sluit ook Sigrid aan, met Catalaanse koekjes. Ze vertellen me met graagte over het Huis, de man, en de tijd. 


door Lora De Baeremaeker




"We proberen ons altijd de vraag te stellen: waarom moeten we deze schrijver vandaag lezen?" - Rozemarijn


Hoe doet het Huis van Herman Teirlinck aan literair organiseren?

Rozemarijn: We gebruiken de tijd als leidraad voor onze werking - de drie pijlers van het huis zijn gebaseerd op verleden, heden, en toekomst. Het verleden zoeken we op met de reeks programma’s die we organiseren onder de noemer Teirlinck Tijdgenoten. Daarmee vieren we schrijvers die actief waren tijdens dezelfde periode als Herman Teirlinck. Dat is natuurlijk een bijzonder interessante periode, met een oneindige poel aan auteurs waaruit we kunnen vissen - van James Joyce naar Beckett, maar ook Stijn Streuvels of Ernest Claes. We zoeken naar teksten van die schrijver, maken een selectie, en vragen de biograaf om een inleiding te houden en één of twee acteurs om de teksten opnieuw tot leven te brengen. We proberen ons daarbij altijd ook de vraag te stellen: waarom moeten we deze schrijver vandaag lezen? Van de programma’s maken we ook steeds een podcast, om die momenten ook te kunnen aanbieden aan publiek dat niet tot in Beersel kan reizen.  


Het heden zit vervat in de Nieuwe Tijdgenoten. Daarbij krijgen schrijvers die vandaag actief zijn een carte blanche om in huis iets te organiseren. Dat zijn programma’s met altijd andere insteken en ideeën. Peter Verhelst werkte bijvoorbeeld samen met een muzikant en een beeldhouwer, terwijl Judith Vanistendael werkte rond de graphic novel die ze aan het maken is en Moya De Feyter, oprichter van de Klimaatdichters, uitnodigde. Onze volgende gast is Charlotte Van den Broeck. 


De toekomst komt ons via de residentiewerking tegemoet. De eerste verdieping van het huis is ingericht als appartementje, en daar kunnen artiesten twee tot vier weken verblijven. De residentie is vooral gericht op makers die iets creëren met een literaire insteek. Artiesten die schrijven in de breedste zin van het woord: er zijn schrijvers van poëzie of proza, maar er verblijven ook artiesten die op andere manieren creëren door te schrijven. Op dit moment resideren er bijvoorbeeld twee illustratoren die schrijven met beeld, en onlangs resideerde er een choreograaf die dan schrijft met beweging. De residentie wordt vooral via mond-op-mond reclame verspreid, en we werken ook samen met de Fintro prijs, wiens genomineerden bij ons op residentie mogen komen.



Hoe is dit huis gegroeid?

Sigrid: Dit huis was er altijd al; het is bewaard gebleven na de dood van Herman Teirlinck in 1967, en geschonken aan de gemeente Beersel. Die heeft er een museum van gemaakt en zette expo’s op,, waardoor er bij vernissages veel cultuurminnend publiek over de vloer kwam. Ik woonde in Beersel, en samen met Hugo De Greef vernam ik dat de gemeente het huis wilde verkopen. Daarop heeft de minister van Erfgoed, destijds Geert Bourgeois, het Huis beschermd als erfgoed. Bij  verkoop werd opgelegd dat het huis een bestemming zou behouden, Herman Teirlinck indachtig. Hierdoor kon het een culturele functie behouden. We zochten en vonden een geschikte koper die ons het huis in erfpacht gaf voor 35 jaar. Dit proces duurde van 2014 tot 2017. Op 5 november 2017 ondertekenden we de overeenkomst, en op 11 november openden we officieel de deuren, onder grote belangstelling, en met zeven enthousiaste acteurs die uit Teirlincks werk kwamen lezen. Daarna volgde een periode van volledige renovatie, en uitbreiding met een publieksruimte voor negentig mensen. Het vernieuwde huis opende in november 2021.


"We willen een broeikas onderhouden waar talent kan groeien en rijpen" – Sigrid

Waarom leent de figuur van Herman Teirlinck zich zo tot het oprichten van een huis zoals dit?

Sigrid: Teirlinck had heel veel oog voor het ontdekken van talenten. Als oprichter van het Nieuw Vlaams Tijdschrift en de Studio Herman Teirlinck kwam hij voortdurend in contact met nieuw talent en gaf hen een podium. Hij was voor heel wat van die makers een houvast. Hij had zelfs een begrip voor die focus op talentontwikkeling: broeikaskweek. Dat is wat we met die residenties ook willen doen: een broeikas onderhouden waar talent kan groeien en rijpen. We willen een plaats bieden waar schrijvers en kunstenaars kunnen experimenteren en groeien. Daarnaast zetten we sterk in op maatschappelijke betrokkenheid. Teirlinck was een figuur die woog op het maatschappelijke debat, en dat vertalen we vooral door onze deuren zoveel mogelijk open te zetten voor diverse lagen van de samenleving, mede dankzij onze actieve vriendenwerking.


Rozemarijn: Ook heeft het Huis op zich een iconische status. Veel schrijvers, zoals Hugo Claus, verhuisden regelmatig en hebben geen vaste werkplek nagelaten. Teirlincks Huis is lokaal én landelijk een begrip. Teirlinck ontving hier talloze collega’s en studenten, in deze kamers kwamen ook na zijn dood kunstenaars van verschillende disciplines langs. De originele meubels en objecten hebben we, na een jarenlange opslagperiode in het Letterenhuis, in bruikleen gekregen, waardoor de oorspronkelijke sfeer van het Huis opnieuw meer dan ooit aanwezig is, gecombineerd met een nieuwe wind.


"Het Huis moet een plek blijven waar cultuur en gemeenschap samen verankeren." – Sigrid

Zijn er momenten uit de voorbije jaren waar je bijzonder trots op bent?

Sigrid: Zeker. Een absoluut hoogtepunt is de terugkeer van de Arkprijs van het Vrije Woord naar het Huis. Deze prijs, opgericht door Herman Teirlinck, bestaat dit jaar 75 jaar en werd jarenlang uitgereikt in de Antwerpse galerie De Zwarte Panter. Ons werd gevraagd de organisatie  over te nemen, en sindsdien creëren we jaarlijks een feestelijk moment voor de laureaat, met laudatio’s en een vaak ontroerende ceremonie.


Rozemarijn: Daarnaast hebben we memorabele edities van ‘Teirlinck Tijdgenoten’ gehad. 

Wim Opbrouck bracht bijvoorbeeld een programma rond Dylan Thomas, waarbij hij zelf muziek componeerde bij diens gedichten. Dat was fenomenaal. Een ander bijzonder moment was een programma rond Guido Gezelle, waar drie generaties acteurs zijn werk lazen, wat daarna ook werd gepresenteerd in het Gezelle- en het Streuvelshuis. 



Wat brengt de toekomst voor het Huis van Herman Teirlinck?

Sigrid: We willen een dynamische plek blijven waar literatuur, theater en samenleving samenkomen. Daarbij zoeken we steeds naar nieuwe manieren om verschillende generaties te betrekken, zonder de essentie van Herman Teirlincks nalatenschap uit het oog te verliezen. Het Huis moet een plek blijven waar cultuur en gemeenschap samen verankeren.


Wat zijn jullie meest recente literaire ontdekkingen?

Rozemarijn: Ik las recent, mede dankzij het programma dat we over haar organiseerden, veel werk van Hella S. Haasse opnieuw. Een ontdekking was Het Tuinhuis, een verhalenbundel uit 2006. Veel van wat Haasse eigen maakt komt er in samen.


Sigrid: De grootste ontdekking die ik het afgelopen jaar heb gedaan is Judith Hermanns Wir hätten uns alles gesagt. Vooral de reflectie op het schrijverschap is indrukwekkend. Het zijn eigenlijk colleges die ze gaf over schrijven, maar dat had ik pas op het einde van het boek door. Heel goed. 


Meer weten over het Huis van Herman Teirlinck? Snuister even op hun website.



 

Komentari


bottom of page